Anton schreef: 2x S of 1x
XL zou ik zeggen......kijk je neer of kijk je op....that's the
question......... op EN neer dus (dat zich wis en zeker onderscheid van heen en
weer)! In het westen zou het absoluut gecategoriseerd worden onder
vervreemdend, in het oosten daarentegen zijn deze binaire opposities
vanzelfsprekend. In filosofisch perspectief ben je hiermee op het snijpunt met
het doek de oneindigheid in gecatapulteerd. Dit had kunnen leiden tot het
weglaten van het doek. Het werk gereduceerd en vereenvoudigd tot een stllle
gedachte. Aangezien je niet voor deze voor de hand liggende mogelijkheid hebt
geopteerd zou ik een wat uitgebreidere schriftelijke verklaring bij het werk
verwachten. Ik neem aan dat het niet zo kan zijn gezien de recente stand van
zaken (waarvan ook ArtZuid weer een paradigma was) dat men met een werk maar
alle kanten uit kan..........
In
de afgelopen maanden heb ik enkele werken gemaakt waarin ik een zgn.
landschappelijk element of landschappelijke horizon dan wel een landschappelijke
sfeer tot uitdrukking wil brengen. Uitgaande van mijn eigen herinneringsbeelden
en ervaringen van het laatste jaar.
De
doeken die ik daarvoor gebruikte waren allen in een horizontale positie
geplaatst. In die zin dat de hoogte/breedte verhouding door het doek zelf al
eerder appelleert aan een horizontale benadering.
Bij
het laatste doek koos ik bewust om dat gegeven om te draaien. Dus hoger dan
breed. Waarmee ik dus als het ware een geconditioneerde gedachte wilde
doorbreken. Zeg maar het luie kijken. ( en het vanzelfsprekend maken ) Bij het
kijken naar een breed/hoog doek hoef je dus niet ( of minder ) je af te vragen
of het een horizontale landschappelijkheid betreft. Dat is vaak al zo door die
positionering.
Tevens
wilde ik in dit doek ook tot uitdrukking brengen een andere expressie met
donker & licht aspecten. Het zwaartepunt zweeft als het ware. In dit werk heb
ik het plastische aspect van naturalistisch landschap teruggebracht tot een nagenoeg
tweedimensionaal beeld. Geen perspectivische diepte. Toch is dat er wel. Ook de
abstracte opvatting in mijn gedachte van dat wat ik beleef aan een ‘ verte ‘ of
een ‘ einder ‘ wilde ik frontaal ( zo plat mogelijk ) schilderen. Dus het
reduceren van de associatie met vergezichten.
Zo van: dit bestaat niet in het echt. En geeft daardoor ruimte om daar
over te fantaseren. Voor mij is dit werk het kijken in een ‘ ontluikend ‘ bos.
Door de lichte kleuren refereer ik aan een Lente. Nieuw leven.
Omdat
die hoogte/breedte van het doek tamelijk ‘ eng ‘ is heb ik ‘ het bos ‘ in een
lage positie aangebracht. Dat heeft een nogal vervreemdend effect. En ook de verhouding
van het lichtere bovendeel ten opzichte van de rest doet dat. En dan nog
versterkend door de wazigheid van die lichte kleuren tegenover de harde donkere
partij.
Wanneer
ik in een lage stoel ga zitten en het doek net iets hoger hang dan ooghoogte
ontstaat er een bijna oneindige diepte. In dat donkere deel en het lichte
bladerdek is zo fragiel dat het mij ondanks dat harde contrast heel vreugdevol
stemt.
Ga
ik staan tegenover het doek dan kan ik niet zo makkelijk grip krijgen op wat
het zien met mij doet.
Bij
het plaatsen van het werk op mijn weblog schreef ik :
‘
intentie of raakt het vervreemding ‘
Bij
het bericht op facebook heb ik dat nog weer eens omgedraaid :
‘
vervreemding of raakt het intentie ‘.
Daarmee
had ik het volgende voor ogen. De schoonheid die het werk door haar lichtheid geeft
komt dicht bij een heerlijke beleving van wat ik zie en voel. Genieten.
Ga
ik vervolgens denkend kijken dan komt het vervreemdende aspect in het werk naar
voren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten