woensdag 26 juni 2013
zaterdag 22 juni 2013
donderdag 20 juni 2013
Wel, het is iets
anders gegaan. Ik wilde zelf niet
zozeer ontsnappen aan een zekere natuurbeleving welke ik als ‘geconditioneerd ‘
had getypeerd.
Met het geconditioneerde
bedoelde ik meer het vanzelfsprekende dat uitgaat van een horizontaal geplaatst
doek op de ezel. Plaats ik een doek verticaal dan is dat eerder spiritueel en
indien horizontaal dan is dat eerder aards. Puur de stand van het rechthoekige
doek.
De geschilderde vormen
die ik herhalend toepaste ( in de eerdere schilderijen ) probeerde ik zo
horizontaal mogelijk aan te brengen ( zeg maar waterpas ). Voorafgaande aan het
verticale doek had ik vijf horizontale werken gemaakt. Om het herhalende,
eentonige of vanzelfsprekende, te doorbreken wilde ik dat zesde doek verticaal.
De beleving van een zekere smalte maakte dat ik anders ging kijken/denken/handelen.
Het ging mij ook niet zo
nodig om te komen tot een ander perspectief. In de zin van verdwijnpunten. Het
herhalende, van de vormen, in een breed doek, geeft mij meer ruimte, ook meer
speelruimte. Door die ‘ beperkende ‘ smalte moest ik wel tot een ander soort
ritme komen. Dat heeft ook te maken met de snelheid van het aanbrengen. Steeds
in een keer, over de gehele breedte. In een smal doek werkt dat voor mij anders
uit. Waar nog bij komt dat ‘ de boomstammen ‘, voor mij aanvankelijk een nogal
dwingende plaats innamen. In dit doek werkte ik vanuit het midden naar boven
toe ( en ook van links naar rechts ) en vervolgens vanuit datzelfde midden naar
beneden. Door deze manier van werken
resulteerde dat in een ander perspectief, tijdens dat maken. Dus niet zozeer
een van te voren bedachte andere wijze van schilderen maar door het proces tot
die conclusie komen.
Het ‘ perspectief ‘
zit ook niet zozeer in het doek. Door het doek, wanneer ik sta, iets
boven mijn ooghoogte ophang en ik zelf in een tamelijk lage stoel ga zitten, is
mijn opwaarts gerichte blik een omhoog kijken. Dan beleef ik dat andere
perspectief.
Je kunt positief of
negatief kijken, maar ook het geheel. Daar waar je in de voorstelling niets
herkent. Indien je scheel kijkt naar de tweedimensionale voorstelling van de
vaas, dan kun je beide tegelijkertijd zien zowel positief en negatief. Of dat ‘
normaal ‘ kijken betreft, is iets anders.
De betekenis van illusie
in het geval van Rubin, lijkt mij gegrond op een vorm van
‘ gezichtsbedrog ‘. Maar is het eigenlijk niet ‘ trompe l’oeil ‘. Een vergissing van het oog, in de zin van ‘ niet goed kijken ‘.
‘ gezichtsbedrog ‘. Maar is het eigenlijk niet ‘ trompe l’oeil ‘. Een vergissing van het oog, in de zin van ‘ niet goed kijken ‘.
Misschien is dus zoals
ik naar mijn schilderij kijk wel heel anders omdat ik ook het gehele proces als
het ware zie. De beschouwer kent alleen het eindresultaat en kijkt en ervaart
het mogelijk daardoor anders.
maandag 17 juni 2013
Anton schreef: 2x S of 1x
XL zou ik zeggen......kijk je neer of kijk je op....that's the
question......... op EN neer dus (dat zich wis en zeker onderscheid van heen en
weer)! In het westen zou het absoluut gecategoriseerd worden onder
vervreemdend, in het oosten daarentegen zijn deze binaire opposities
vanzelfsprekend. In filosofisch perspectief ben je hiermee op het snijpunt met
het doek de oneindigheid in gecatapulteerd. Dit had kunnen leiden tot het
weglaten van het doek. Het werk gereduceerd en vereenvoudigd tot een stllle
gedachte. Aangezien je niet voor deze voor de hand liggende mogelijkheid hebt
geopteerd zou ik een wat uitgebreidere schriftelijke verklaring bij het werk
verwachten. Ik neem aan dat het niet zo kan zijn gezien de recente stand van
zaken (waarvan ook ArtZuid weer een paradigma was) dat men met een werk maar
alle kanten uit kan..........
In
de afgelopen maanden heb ik enkele werken gemaakt waarin ik een zgn.
landschappelijk element of landschappelijke horizon dan wel een landschappelijke
sfeer tot uitdrukking wil brengen. Uitgaande van mijn eigen herinneringsbeelden
en ervaringen van het laatste jaar.
De
doeken die ik daarvoor gebruikte waren allen in een horizontale positie
geplaatst. In die zin dat de hoogte/breedte verhouding door het doek zelf al
eerder appelleert aan een horizontale benadering.
Bij
het laatste doek koos ik bewust om dat gegeven om te draaien. Dus hoger dan
breed. Waarmee ik dus als het ware een geconditioneerde gedachte wilde
doorbreken. Zeg maar het luie kijken. ( en het vanzelfsprekend maken ) Bij het
kijken naar een breed/hoog doek hoef je dus niet ( of minder ) je af te vragen
of het een horizontale landschappelijkheid betreft. Dat is vaak al zo door die
positionering.
Tevens
wilde ik in dit doek ook tot uitdrukking brengen een andere expressie met
donker & licht aspecten. Het zwaartepunt zweeft als het ware. In dit werk heb
ik het plastische aspect van naturalistisch landschap teruggebracht tot een nagenoeg
tweedimensionaal beeld. Geen perspectivische diepte. Toch is dat er wel. Ook de
abstracte opvatting in mijn gedachte van dat wat ik beleef aan een ‘ verte ‘ of
een ‘ einder ‘ wilde ik frontaal ( zo plat mogelijk ) schilderen. Dus het
reduceren van de associatie met vergezichten.
Zo van: dit bestaat niet in het echt. En geeft daardoor ruimte om daar
over te fantaseren. Voor mij is dit werk het kijken in een ‘ ontluikend ‘ bos.
Door de lichte kleuren refereer ik aan een Lente. Nieuw leven.
Omdat
die hoogte/breedte van het doek tamelijk ‘ eng ‘ is heb ik ‘ het bos ‘ in een
lage positie aangebracht. Dat heeft een nogal vervreemdend effect. En ook de verhouding
van het lichtere bovendeel ten opzichte van de rest doet dat. En dan nog
versterkend door de wazigheid van die lichte kleuren tegenover de harde donkere
partij.
Wanneer
ik in een lage stoel ga zitten en het doek net iets hoger hang dan ooghoogte
ontstaat er een bijna oneindige diepte. In dat donkere deel en het lichte
bladerdek is zo fragiel dat het mij ondanks dat harde contrast heel vreugdevol
stemt.
Ga
ik staan tegenover het doek dan kan ik niet zo makkelijk grip krijgen op wat
het zien met mij doet.
Bij
het plaatsen van het werk op mijn weblog schreef ik :
‘
intentie of raakt het vervreemding ‘
Bij
het bericht op facebook heb ik dat nog weer eens omgedraaid :
‘
vervreemding of raakt het intentie ‘.
Daarmee
had ik het volgende voor ogen. De schoonheid die het werk door haar lichtheid geeft
komt dicht bij een heerlijke beleving van wat ik zie en voel. Genieten.
Ga
ik vervolgens denkend kijken dan komt het vervreemdende aspect in het werk naar
voren.
donderdag 6 juni 2013
Afgelopen
Zaterdag 1 Juni 2013
Plaats
van aankomst Minervaplein. Beeldende Kunst Art Zuid 2013. Wandelrichting in
eerste instantie naar de Zuid-As. Het was wel schrikken, al direct bij de
eerste aanblik. De houten (mdf) panelen met aan de voorzijde een spiegel. Een
beetje plompverloren neergezet of is het achteloos achtergelaten. De
presentatie van dit werk kan ik niet
serieus nemen. En vergeet niet de omgeving, de openbare ruimte, heeft
een zekere grootsheid. De bebouwing met een zo’n uitgelezen architectuur vraagt
iets. Het permanente beeld wat deze ‘ spiegelparade ‘ afsluit kan dat aan.
Vervolgens oversteken en dan terechtkomen bij die immense bomendracht.
Daaronder zijn een drietal steenformaties pardoes in het grasveld terecht
gekomen. Grappig, het gras groeit welig en neemt nagenoeg volledig bezit van “
Long “. Het geeft te denken dat de samensteller van deze beeldpresentatie daar
eigenlijk geen oog maar ook geen gevoel voor heeft. Het vergt toch echt enige
creativiteit om recht te doen aan de beeldend kunstenaar en zijn werk. Daarna kwam ik in
soort onafgemaakte ballenbak. Met zuurstokkleuren vormgegeven. Dit heeft nog
minder weg dan wat iemand tijdens een fröbel uurtje in elkaar knutselt. Dan
maar de lucht in zal de gedachte geweest zijn bij het laatste beeld. Overigens
de tekst die op het paaltje staat daar kun je de verantwoording lezen over dat
beeld. Helaas lukte het mij niet om dat in het hier en nu te plaatsen. Maar goed dat is secundair.
Vervolgens
in omgekeerde richting weer terug. Nog even op een zijpad gegaan om naar het werk
van die Chinese kunstenaar te gaan kijken. Je zou denken “ draai er niet zo
omheen “. Echt humor, maar het past in z’n geheel niet in deze route van ‘
buitenbeelden ‘. En zou deze tentoonstelling het zonder dit beeld gekund hebben ?
Eenmaal
aan de andere kant van het Minervaplein aangekomen met goede moed verder. En
ja, dan moet mij toch van het hart dat die prutserige ‘ touw-hekjes ‘echt niet
kunnen. Als beelden het niet aankunnen ( of de makers ervan ) laat het beeld
dan gewoon weg, doe niet mee.
Ook
hier weer geen enkele samenhang tussen de beelden. Volkomen compositie
loos. Geen oog voor detail maar ook niet
voor het onderlinge spel of een mogelijke ‘dialoog ‘.
Al met al een armzalige
samenstelling van een heleboel materiaal. Want door zo’n amateuristische
presentatie degraderen de werken tot materiaal. Het samengebracht zooitje op
het plein tegenover dat Hotel, wat een aanfluiting. Waarom staan de werken van
Lupertz zo uiteen ? En wat een miezerige lintje groen voor Merz ! De
sprookjesbeelden, ja die staan zo leuk bij het interactieve spel-beeld.
Het
grasveld is op een vreemde manier gemaaid, quasi artistiek ? Wat zonde toch dat
met een dergelijk en wellicht prestigieus evenement door de onjuiste inrichting
het echte genieten niet aan bod kan komen. En waarom ? Geen geld ? Doe dan
minder beelden. En vraag iemand die met passie maar ook verantwoord beelden
weet te plaatsen in de open en openbare ruimte.
3-Dimensionaal is echt heel veel anders dan 2-dimensionaal. En helaas
wees ook kritisch ten aanzien van het werk ook al heeft de kunstenaar nog zo’n
grote naam. Niet elk werk leent zich.
Zazou
Abonneren op:
Posts (Atom)